Onderzoek


‘Omgaan met verlies’
Onderzoek naar brede verlieservaringen bij kinderen in het basisonderwijs.

 

“Leerkrachten zijn gebaat bij het besef dat een verstandig kinderhoofd maar optimaal kan functioneren mits een vreugdevol kinderhart.” Pasteels et al., 2013, p.324

Met bovenstaand citaat van Mortelmans in mijn rugzak, besloot ik met twee verschillende laarzen op ontdekking te gaan in het landschap van het basisonderwijs. Aan mijn rechtervoet de laars van mijn expertise als lerarenopleider en aan de andere kant de doorleefde laars, nl. die van mijn persoonlijke geraakt-zijn. Mijn intentie duidelijk in het vizier: de noden en behoeften van leerkrachten in het omgaan met verlies/rouw beter in kaart brengen.

Met behulp van een vragenlijst nodigde ik leerkrachten kleuter- en lager onderwijs uit om stil te staan bij de brede verlieservaringen waarmee kinderen geconfronteerd worden. In de online bevraging werd aandacht besteed aan de manier waarop leerkrachten deze kinderen al dan niet ondersteunen en begeleiden. Kwam dit thema voldoende aan bod in hun lerarenopleiding? Welke noden en behoeften ervaren de leerkrachten nog om met dit thema aan de slag te gaan?

217 leerkrachten (41% kleuter- en 59% lager onderwijs), verspreid over heel Vlaanderen, delen via deze bevraging hun ervaringen omtrent breed verlies bij kinderen in het basisonderwijs.

Enkele resultaten:

Alle leerkrachten, kleuter- en lager onderwijs, komen in contact met één of meerdere verlieservaringen. Het gaat hoofdzakelijk om overlijdens (94,5%) en echtscheidingen (92,2%).
51% van de bevraagde leerkrachten geeft aan dat het thema niet aan bod kwam tijdens hun lerarenopleiding. 74% van de leerkrachten uit hierover ook zijn ongenoegen. Bovendien krijgen leerkrachten veel vragen van ouders. Ze worden gezien als expert terwijl dit thema niet of nauwelijks aan bod komt tijdens hun opleiding.

Verder in de bevraging besluit bijna 90% van de bevraagde leerkrachten dat ‘omgaan met verlieservaringen bij kinderen’ een essentieel onderdeel dient te vormen in het opleidingsprogramma van de lerarenopleiding. Leerkrachten vragen begeleidingstips (16,1%), achtergrondinformatie (14,5%) en concreet inzetbare materialen (11,5%).

Zowel leerkrachten kleuter- als lager onderwijs opteren voor een praktijkgerichte, ervaringsgerichte insteek om het thema ‘omgaan met verlieservaringen’ te benaderen. Ze suggereren het thema op te nemen in het curriculum via het gebruik van casusmateriaal (51,6%), gesprekken met ervaringsdeskundigen (75,1%) en experten (72,8%). Daarnaast zijn leerkrachten bereid zich via nascholing (62%), pedagogische studiedagen (54%) en gesprekken met ervaringsdeskundigen (61%) en experten (58%) verder te verdiepen.

Toch zien we ook dat er sensibilisering nodig is rond dit thema. Slechts 8,9% van de leerkrachten geeft aan dat verlieservaringen een invloed hebben op het welbevinden van kinderen en leerlingen en dat er meer openheid rond het thema wenselijk is (6,8%).
Als we de ingezette methodieken bij het begeleiden van verlieservaringen onder de loep nemen, zien we dat 77,4% van de leerkrachten opteert voor creatieve verwerking en het gebruik van prentenboeken (77%) en verhalen (66,4%). De helft van de leerkrachten gaat aan de slag met gevoelskaartjes en muziek.

98,6% van de leerkrachten onderneemt gemiddeld 3 initiatieven t.a.v. kinderen/leerlingen. 34,8% van de leerkrachten opteert voor een gesprek als concreet initiatief. Slechts 19,5% van de leerkrachten geeft aan in te zetten op communicatieve en persoonlijke vaardigheden (luisteren, troosten, geborgenheid bieden, aanwezig zijn) en 6,5% noteert ‘tijd maken om te luisteren’.

Er worden door leerkrachten waardevolle initiatieven genomen om de groep/klas/school te ondersteunen bij een verlieservaring. Echter slechts 10% van de leerkrachten geeft aan dat er leeftijdsgebonden duiding gegeven wordt bij de verlieservaring.

 
Afstemming met ouders/begeleiders rond verlieservaringen is aangewezen. In bijna 60% van de verliessituaties gaan leerkrachten in gesprek met ouders/begeleiders. 6,5% van de leerkrachten onderneemt weinig of geen initiatieven t.a.v. deze groep.

Vanuit de klas en/of de school worden in beperkte mate acties opgezet bv. rouwhoekje (17,1%), deelnemen aan de begrafenis (15,7%). 35% van de bevraagde leerkrachten noteert dat er geen rituelen en/of steunbetuigingen vanuit de klas/school worden georganiseerd.

Bij 53% van de bevraagde leerkrachten is een verlies/rouwkoffer aanwezig op school. 40,9% gebruikt de inhoud hiervan ter inspiratie. Leerkrachten zijn in het algemeen (70%) tevreden over de verlies/rouwkoffer maar bij de uitwerking van concrete initiatieven (t.a.v. kinderen, klas, groep, school) wordt ze weinig ingezet (6,9%).
Leerkrachten ervaren een grote nood aan concreet materiaal om met kinderen/leerlingen aan de slag te gaan (ongeveer 20%) en uitwisseling met collega’s en externen (18%). Leerkrachten lager onderwijs vragen meer tijd en ruimte (13,4%) om met verlieservaringen aan de slag te gaan.

In het begeleiden van kinderen en leerlingen in verliessituaties zijn leerkrachten in het algemeen tevreden over de ondersteuning die zij zelf krijgen o.a. van hun schoolomgeving (56,7%).

De volledige scriptie kan u hier raadplegen.